Geloof in beeld - DD 26-1

Kerkportaal
Het kerkportaal met zijn voorhof of atrium had in het vroege christendom een belangrijke kerkelijke functie. Het was de plaats waar de boetelingen die in de kerkelijke ban waren, soms jarenlang moesten wachten op hun opname in de kerk, zodat ze weer aan de eucharistie konden deelnemen. In de middeleeuwen was het de plaats waar de huwelijken werden gesloten. In het kerkportaal gaven namelijk in aanwezigheid van de priester bruid en bruidegom elkaar het jawoord, voordat de huwelijksmis in de kerk werd gevierd. Daar begon ook onder verschillende zegeningen de zogenaamde kerkgang van de moeder na de geboorte van haar kind, zodat ze gezuiverd de eucharistie kon vieren.

De basiliek of kerk werd vanouds gezien als het huis van God, dat op zijn beurt het hemels Jeruzalem ofwel de hemel symboliseerde. Het kerkportaal ofwel de kerkdeur was een verwijzing naar Jezus Christus die gezegd heeft: ‘Ik ben de deur; wanneer iemand door mij binnenkomt, zal hij gered worden (Joh. 10, 7-9).’ De middeleeuwse theoloog, Willem van Saint-Thierry, schrijft: ‘U heeft gezegd: ik ben de deur. Maak ons duidelijk van welke verblijfplaats u de deur bent, wanneer en voor wie u de deur zult opendoen! Het huis waarvan u de deur bent, is de hemel waar uw Vader woont.´dauwdruppels 26 1 geloofinbeeld
Dat Christus voor de gelovigen de deur of toegang naar de hemel is, wordt vaak in de timpanen van middeleeuwse kathedralen indrukwekkend uitgebeeld. Boven de portalen bevindt zich dan een beeldhouwwerk, waarin Christus als leraar of als rechter bij het laatste oordeel wordt voorgesteld.

Tenslotte kan het kerkportaal zowel in stads- als dorpskerken, wanneer de deur geopend is, nog steeds een spirituele of psychologische functie hebben. De deur staat tussen buiten en binnen, tussen wat de wereld toebehoort en wat aan God is toegewijd. Ze zou kunnen zeggen: ‘Laat buiten wat hier niet thuishoort, jachtigheid, wereldse zorgen, winstbejag, geldingsdrang, nieuwsgierigheid en ijdelheid (Romano Guardini). Zo nodigt de kerkdeur ons uit om de heilige ruimte te ondergaan en ons te bezinnen.

Toon Brekelmans, kerkhistoricus